Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden [3]tegen mij, tot mij naderden, om mijn [5]vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen. 3. Dit bijvoegsel: tegen mij, dient om de uiterste vijandelijkheid zijner vijanden uit te drukken; gelijk het daarentegen een anderen nadruk heeft, waar David zegt, 2 Sam.22:2, God is mij, of voor mij, mijn bevrijder. 4. Om mij te bestrijden. 5. Als wrede wilde beesten mij te verscheuren en verslinden. Verg. Deut.31:17.